Leegte
Zaterdag 29 april
van 13.30 tot 16 uur
zendo Gent
In onze studiegroep willen wij, na een kort meditatiemoment, samen een verhelderende tekst over de ‘leegte’ bestuderen. Wij gebruiken daarvoor de praktijk van de luistercirkel, onder leiding van Frank Roshi.
Die tekst van de Amerikaanse boeddholoog Dale Wright vind je onderaan deze pagina.
Wij nodigen onze leden en beoefenaars nadrukkelijk uit om deel te nemen aan deze mooie praktijk van studie, uitwisseling en verdieping. Kom dus naar de zendo van Gent. Iedereen is van harte welkom. Vooraf aanmelden hoeft niet.
Je kan er ’s morgens ook al de zenmeditatie en het onderricht volgen. Zie hiervoor de startpagina.
Je wordt wel ten zeerste uitgenodigd om de tekst hieronder vooraf zelf te lezen, te herlezen en te overwegen!
Aan het eind van de studiegroep willen wij ook nog de liturgische details van onze soetradienst oefenen en duiden.
Breng als lunch zelf je eigen picknick mee, die wij samen na de teisho om 12.45 uur als ‘potluck’ delen.
Koffie en thee zijn voorzien.
Verzoek dana: 10 euro
ter plaatse in de kom of met Payconiq,
of via onze bankrekening
IBAN: BE81 8901 5424 8724
Adres
Zen Sangha zendo Gent
Elyzeese Velden 10 B, 9000 Gent.
Voor een wegbeschrijving klik hier
Dale S. Wright, Philosophical Meditations on Zen Buddhism, p.51
Het begrip ‘leegte’ komt voort uit, en omvat uiteindelijk, de kernelementen van de boeddhistische contemplatieve praktijk: vergankelijkheid, afhankelijk ontstaan, en geen zelf. […]
Hoewel de oorspronkelijke Sanskriet term, sunyata, voortkomt uit het wiskundige cijfer ‘nul’, is de Chinese term die het vertaalt, k’ung, ‘hemel’ of ‘ruimte’. De hemel stelt metaforisch het vacuüm voor, de ‘lege’ ruimte, waar niets te vinden is. Dit symbolische beeld van ‘leegte’ gaf in de loop der tijd aanleiding tot een uitgebreide conceptuele omschrijving. Leegte’ werd het centrale filosofische concept in de Mahayana-traditie. Wat betekent het? ‘Leegte’ is een universeel predikaat; het geldt voor alles. Alle dingen zijn ‘leeg’, alles is ‘leegte’. Dat iets ‘leeg’ is betekent dat, omdat de entiteit ‘afhankelijk ontstaat’ van andere entiteiten, en wordt getransformeerd in overeenstemming met veranderingen in deze ‘externe’ omstandigheden, de entiteit het ‘eigen-zijn’ (svabhana) of de ‘zelf-natuur’ (tzu-hsing) mist. Het ding is niet zelfbepalend; uit zichzelf zou het nooit worden wat het is. Zijn bestaan en zijn karakter zijn toe te schrijven aan de vele factoren die zijn oorsprong en daaropvolgende transformaties bepalen. Het ‘lege’ ding, dat ontstaat, in de loop van de tijd verandert en weer verdwijnt, aangedreven door omstandigheden buiten zichzelf, mist elk spoor van ‘ aseiteit’ of duurzaamheid.
Dit ‘gebrek’ bovendien, deze negatieve dimensie in de kern van het ding die het begrip ‘leegte’ benadrukt, is de ‘aard’ of ‘essentie’ van alle dingen zonder uitzondering. Wanneer boeddhisten iets beschouwen – een entiteit, een situatie of een idee, – leidt deze ‘afhankelijkheid’, ‘instabiliteit’ of ‘leegte’ de mediteerder voorbij het ding zelf naar zijn bepalende voorwaarden, andere dingen, situaties en ideeën die op dezelfde manier voorbij zichzelf naar andere dingen wijzen, ad infinitum. Lege dingen zijn wat ze zijn in hun context; hun wezen is relationeel. Om iets te begrijpen is dus verklaring van de context nodig […].
Niet alleen zijn entiteiten, situaties en ideeën ‘leeg’ – dat wil zeggen, in verhouding tot conditionerende factoren en processen – net zo ben ik, degene die deze entiteiten, situaties en ideeën in begrip ontmoet. ‘Geen zelf’, de bewering dat het ‘zelf’ ‘leeg’ is, is misschien wel de meest bekende ‘leer’ van het boeddhisme. Maar wat betekent het? ‘Geen zelf’ betekent geen permanent zelf; geen scheidbare, blijvende entiteit, essentie of ziel vormt de basis van het menselijk bestaan. Het betekent ook, in navolging van de beschrijving van leegte hierboven, dat de mens, zoals alles, niet zelfbepalend is. Het zelf bezit geen ‘eigen-zijn’; er is geen ‘zelf-natuur’. Het zelf ‘ontstaat’ samen met de wereld, en is op zichzelf niets. Zoals alles zijn we ingebed in de wereld; we zijn ondergedompeld in een oneindig onderling verbonden context op zo’n manier dat ‘zelf’ en ‘anders dan zelf’ in elkaar overlopen. Huang Po volgt deze meditaties [over het onderling afhankelijke en doordringende karakter van de werkelijkheid] via traditionele kanalen: één voor één wordt aangetoond dat elk van de zes zintuigen zijn eigen respectieve zintuiglijk object impliceert, en omgekeerd. Daarom, concludeert hij, ‘zijn geest en context één. Als dat zo is, volgt daaruit dat als het ene correlaat in de relatie verandert, ook het andere verandert. Als de wereld verandert, verandert ook het zelf; als het zelf verandert, verandert ook de wereld. Om het ene te begrijpen moet je het andere begrijpen.