Taigu Ryokan (1758-1831): zelfportret met calligrafie, 27,5 x 42,5 cm

 

De Eihei Koroku lezen
Ryokan

 

Laat vannacht – de wereld in duisternis –
viel zachte lenteregen en sneeuw op de bamboe in de tuin.
Ik wou mijn eenzaamheid verzachten, maar niets dat baatte.
In het halfduister reikte ik naar de Eihei Koroku,
offerde wierook, stak een lamp aan en begon rustig te lezen –
elk woord, elke zin is een juweel.

Ik herinner mij hoe, jaren geleden in het Entsuklooster,
mijn oude leraar mij onderrichtte in het Oog van de Ware Verlichting.
In die tijd had ik al enige notie van ontwaken,
en daarom vroeg ik de Opgetekende woorden te mogen lezen
onder persoonlijk toezicht van mijn leraar.
Het was toen dat ik zag dat ik tot dan toe
alleen maar mijn tijd verdaan had.
Later verliet ik mijn leraar en ging op pelgrimstocht.
Welke mysterieuze affiniteit verbindt mij met de Eihei Koroku?
Hoe komt het dat ik, waar ik me ook draai,
het Oog van de Ware Verlichting ontmoet.
Ik las het boek en herlas het – ik weet niet hoe vaak –
maar er staat amper wat in waar je iets kan op aanmerken.
Ik studeerde met leraars van elke school,
maar tenslotte kwam ik terug tot de Eihei Koroku
– en was één met zijn woorden.

 

Helaas, wat te doen? Vandaag heerst overal verwarring.
Mensen kennen het verschil niet tussen een edelsteen
en een kiezel.
Vijf honderd jaar lang lag het boek onder het stof
omdat niemand oog had voor de waarheid.
Voor wie werd dit monumentale werk uitgesproken?
Verteerd door heimwee naar vroeger,
ben ik kapot van verdriet voor de dag van vandaag.
Vannacht zat ik bij de lamp, en weende en weende,
onophoudelijk –
mijn tranen doordrenkten de Opgetekende woorden
van de oude boeddha Eihei helemaal.
Vanmorgen kwam mijn oude buurman langs.
Hij vroeg mij waarom mijn boeken zo nat waren.
Ik wou iets zeggen, maar het ging niet.
Ontroerd en verlegen, kon ik het gewoon niet uitleggen.
Zwijgend en met hangend hoofd, zocht ik naar de juiste woorden.
Tenslotte zei ik:
“Vorige nacht lekte de regen binnen
en doorweekte mijn boekenkast.”

 

 

 

 

 

Door Frank De Waele vertaald naar: Great Fool, Zen Master Ryokan, Poems, Letters, and Other Writings, tr. R. Abé & P. Haskel, 1996, p. 164-16.
Van dit gedicht bestaat ook een langere versie, vertaald door Dan Leighton en Kazuaki Tanahashi in: Moon in a dewdrop, Writings of Zenmaster Dogen, ed. K. Tanahashi.

 


Taigu Ryokan (1758-1831), een eenvoudige, teruggetrokken Soto Zenmonnik. Hij had geen studenten, woonde niet in een tempel, en was in de ogen van de wereld een arme bedelmonnik die het grootste deel van zijn leven in het vaak besneeuwde landschap rond de Kugamiberg doorbracht. Hij bewonderde de Soto Zenonderrichtingen van Dogen Zenji en het onconventionele leven en de poëzie van Hanshan. Hij weigerde diverse malen om boeddhistisch priester te worden, wilde niet vereerd worden en leefde in een simpele hut. Zijn leven bestond grotendeels uit zazen, door de bossen zwerven, met kinderen spelen, lezen en schrijven van poëzie, kalligrafie en een enkele keer met vrienden wijn drinken in het dorp. Zijn gedichten zijn tijdens zijn leven nooit uitgegeven.
Dichters die aan hem verwant zijn, zijn bijvoorbeeld Pang Yun en Hanshan uit China, of Ikkyu Sojun en Hakuin Ekaku uit Japan.
Lees hier meer over Ryokan

 

Eihei Koroku: Japanse titel van De Opgetekende woorden van Eihei Dogen, de opgetekende onderrichtingen van zenmeester Dogen Kigen (1200-1253).

 

Oog van de Ware Verlichting: J. Shobogenzo, bundel van 95 zenteksten, het meesterwerk van Dogen.

facebook